U bent nog niet ingelogd? Direct inloggen
Geschiedenis
Van oorsprong is Rijkevoort een agrarische ontginningsnederzetting die gesticht werd vanuit Beugen. De omgeving was aanvankelijk moerassig. Veldnamen als: Walsertse Broek, Papenvoortse Broek, Laageindse Broek, Hoogeindse Broek en Rijkevoortse Broek herinneren hier aan. Het betreft relatief laggelegen gebieden ten oosten van de hogergelegen Peel.De naam
De naam Rijkevoort verschijnt veel later dan die van Beugen in de schriftelijke bronnen: de oudste vermelding is van 1487. De naam bestaat uit twee delen: rijk en voort. Het tweede deel betekent doorwaadbare plaats. De betekenis van het eerste deel is wat minder duidelijk, maar waarschijnlijk is rijk een variant van rijt (ook gespeld als riet of ride). Dat woord betekent (natuurlijke) waterloop of klein beekje. Rijkevoort is dan een nederzetting bij de plek waar een stroompje overgestoken kon worden.
Gemeentewapen
In 1817 verleende de Hoge Raad van Adel aan de gemeente Beugen en Rijkevoort een gemeentewapen, dat bestond uit een blauw veld, met daarop een gouden ploeg waarop een vogel (ook van goud) zit. Dit wapen gaat terug op de afbeelding van het zegel waarmee de schepenbank in ieder geval al sinds 1340 de belangrijkste stukken bezegelde. De kleuren blauw en goud zijn afkomstig van het Rijkswapen, omdat het gemeentebestuur in 1817 geen andere kleuren had opgegeven. Over de historische kleuren is niets bekend, al wordt in de literatuur wel eens gesuggereerd dat het schild eigenlijk van goud zou moeten zijn, met een rode ploeg en een zwarte vogel erop.
Oudste bewoning en bevolkingsontwikkeling
In en rond Beugen zijn vondsten gedaan die wijzen op prehistorische bewoning en bewoning tijdens de Romeinse tijd. In 1320 is er sprake van een windmolen. In 1340 was Beugen groot genoeg om over een eigen dorpsbestuur met schepenbank te beschikken. Meestal waren vier van de zeven schepenen uit Beugen zelf afkomstig en kwamen de drie anderen uit Rijkevoort. Het is waarschijnlijk dat al voor 1300 er een eenvoudigere vorm van dorpsbestuur heeft bestaan.
In 1785 telde Beugen en Rijkevoort zo'n 180 gezinnen, dus rond de 1.000 inwoners. In 1850 waren dat er 1.565 (in 250 huizen) en in 1900 1.631. Bij de opheffing van de gemeente in 1942 telde Beugen en Rijkevoort 2.561 inwoners. Anno 2006 wonen er in Beugen 1.787 inwoners op 625 adressen en in Rijkevoort 1.624 inwoners op 574 adressen. De voormalige gemeente is in de laatste 64 jaar dus met bijna duizend inwoners gegroeid naar een aantal van 3.411.
Middelen van bestaan
Op de vruchtbare gronden langs de Maas is de landbouw eeuwenlang de voornaamste bron van inkomsten geweest. Ook Rijkevoort is een agrarische nederzetting, als ontginningsdorp vanuit Beugen gesticht. Bijzonder voor Beugen en Rijkevoort is de verwerking van ijzeroer. Onder meer in de buurt van de Walsert bevindt zich onder de grond een zeer harde, ijzerhoudende korst. Dat maakte de afwatering moeizaam, waardoor de kwaliteit van de weilanden erg slecht was. De boeren wilden die korst dan ook graag doorsteken of verwijderen. De zo uitgehakte "oersteen" werd vaak als bouwmateriaal in de wijde omgeving gebruikt, maar leverde ook grondstof voor ijzerwinning en ambachtelijke (kleinschalige) ijzersmelterijen. Tot in de negentiende eeuw werd het Beugense ijzeroer ook "geëxporteerd" naar gieterijen in Tegelen